Onderzoek toont aan dat de meerderheid van de gebruikers de voorkeur geeft aan Ponto soundprocessors

Busch, Giere, Lenarz en Maier (2015) toonden aan dat Ponto Pro Power gebruikers uiting gaven aan een grotere tevredenheid bij het gebruik van Ponto Pro Power (Oticon Medical) in vergelijking met BP110 (Cochleair). Dit voordeel wordt aangegeven door de aanzienlijk hogere totaalscore van de subjectieve resultaatmetingen, met name waar het gaat om spraakverstaan en ruimtelijk horen. Gebruikers van Ponto Pro Power hadden minder vaak te maken met overlast van windruis en problemen bij het instellen van de volumeregelaar vergeleken met BP110 gebruikers.

De proefpersonen gaven tevens aan minder ongemak te ondervinden wanneer zij Ponto Pro Power buitenshuis droegen in vergelijking met BP110 gebruikers. 9 van de 11 proefpersonen kozen voor Ponto Pro Power toen hen aan het eind van het onderzoek werd gevraagd aan welk apparaat zij de voorkeur gaven.

APHAB Benefit scores

Vragenlijsten over subjectieve resultaten laten een gunstige prestatie voor Ponto Pro Power zien

Met behulp van de Abbreviated Profile of Hearing Aid Benefit (APHAB) en de Speech, Spatial and Qualities of Hearing Scale-Comparative (SSQ-C), twee gestandaardiseerde en veelgebruikte vragenlijsten, hebben we de voordelen van de twee testapparaten, die nieuw waren voor alle testpersonen, beoordeeld en vergeleken.

Voor de APHAB toonden de algemene gemiddelde scores een aanzienlijk verschil tussen Ponto Pro Power en BP110, waarbij proefpersonen minder problemen en beduidend betere prestaties aangaven met Ponto Pro Power.

Afb 1. Dit deel van de APHAB-scores is omgezet in een score die betrekking heeft op voordeel.

Preference of devices for SSQ test subscales

SSQ-antwoorden gaven aan dat er een voordeel is met Ponto Pro Power in vergelijking met BP110. Voor de subschaal spraakverstaan, gaven 8 van de 11 proefpersonen een betere score aan Ponto Pro Power dan BP110. Voor deze subschaal gaf één proefpersoon de voorkeur aan BP110 en twee proefpersonen vonden dat de prestatie van beide toestellen hetzelfde was. Voor de subschaal ruimtelijk horen, gaven 9 van de 11 proefpersonen een betere score (5 proefpersonen) of eenzelfde score (4 proefpersonen) aan Ponto Pro Power vergeleken met BP110. Voor de subschaal kwaliteit van horen, gaven 10 van de 12 proefpersonen een betere score (5 proefpersonen) of gelijke score (5 proefpersonen) aan Ponto Pro Power vergeleken met BP110.

Voorkeur voor apparaten voor SSQ-test subschalen

Afb 2. De individuele voorkeur van iedere proefpersoon (N=11) toont een hogere voorkeur voor Ponto Pro Power in vergelijking met BP110 voor alle subschalen.

Audiologische resultaten

Bij de vergelijking van de gemiddelde beengeleidingsdrempel van zuivere tonen (PTA 0,5-, 1-, 2- en 3 kHz) met en zonder apparaat, werd een aanzienlijke verbetering voor beide apparaten aangetoond. Er was niet veel verschil tussen de apparaten. Bij specifieke frequenties was er een aanzienlijk verschil te zien bij 4 en 6 kHz, waar BP110 meer versterking leverde in vergelijking met Ponto Pro Power.

Testen voor verstaanbaarheid van spraak waarbij gebruik werd gemaakt van de Freiburger test voor het verstaan van éénlettergrepige woorden, toonden geen aanzienlijk verschil tussen apparaten. Bij de Oldenburger Sentence Test (OLSA) toonden de drempels voor spraakwaarneming in lawaai een aanzienlijke verbetering voor beide apparaten in vergelijking met testen zonder apparaat, maar verschilden niet tussen apparaten.

De auteurs concluderen: "Het verschil tussen objectieve audiometrische resultaten en subjectieve evaluatie bewijst dat de geteste luistersituaties in geluidsdichte testruimtes geen goed beeld geven van de praktijk van alledag. Bovendien kunnen deze audiometrische testen geen verschillen screenen bij proefpersonen tussen prestaties in de praktijk".

Over het onderzoek

Het onderzoek was een prospectief vergelijkend onderzoek uitgevoerd in het Medisch Centrum EC Hannover onder 11 proefpersonen met beengeleidingsdrempels tussen 5,0 en 40,0 dB HL. Dezelfde proefpersonen voltooien audiologische en subjectieve resultaatmetingen met twee verschillende apparaten, in sequentiële volgorde getest. Eerst werd de fitting afgerond met één apparaat gevolgd door een testfase van 3 weken. Vervolgens voerden de proefpersonen op dit apparaat audiologische en subjectieve resultaatmetingen uit. Daarna werd het andere apparaat aangepast en getest. Teneinde vooroordelen te voorkomen werd de testvolgorde van de apparaten gerandomiseerd.

Referenties:
Busch S, Giere T, Lenarz T, Maier H (2015) comparison of Audiologic Results and Patient Satisfaction for Two Osseointegrated Bone Conduction Devices: Results of a Prospective Study. Otology & Neurology. jun; 36(5):842-848.