1. De soundprocessor vangt het geluid op en digitaliseert het.
2. De antenne wordt magnetisch op de huid bevestigd en verstuurt het gedigitaliseerde geluid vanuit de soundprocessor naar de implantaatontvanger.
3. De magnetische implantaatontvanger wordt direct onder de huid onder de antenne aangebracht. Deze zet de digitale informatie om in een elektronisch signaal dat naar de cochlea wordt gestuurd.
4. De elektrodenbundel wordt in de cochlea gebracht. Elke elektrode in de bundel correspondeert met een signaalfrequentie.
5. Wanneer het gecodeerde signaal aan de corresponderende elektrode wordt overgedragen, wordt de gehoorzenuw gestimuleerd.
6. De hersenen ontvangen vervolgens het geluid dat via de gehoorzenuw wordt doorgegeven.